Totaal aantal pageviews

zondag 29 mei 2016

Mandjesbeleid..


Gedachteloos betreed ik de supermarkt, even een pot appelmoes te halen. Halverwege de koeken met uiteenlopende namen als “captain cook” en “negerzoenen“,  die tegenwoordig politiek correct,  Buyszoenen worden genoemd,  zie ik een man naar mij kijken.
Hij heeft zo’n moderne bril op.  Zo’n montuur met vierkante glazen. Glazen die donker kleuren als de zon schijnt.
De man lacht.  Hij wijst naar de ingang en loopt naar mij toe. ‘Zijn wij niet iets vergeten?’
Wij!
‘Ziet u nog iemand behalve de negerzoenen en ik?, ’vraag ik.
Hij fronst.  Teleurgesteld dat ik de naam negerzoen durf te noemen.
“Het mandje?”   
Eén wenkbrauw omhoog.  
Hoe doet hij dat.  Mij lukt dat nooit dus moet dat genetisch bepaald zijn.
‘Mandje?’
‘Ja, mandje. Is verplicht hier.  Staat op een bordje.  Kijk maar,  daar , boven de mandjes. Ziet u wel? Winkelwagen of mandje verplicht. Voor zowel kleine-als grote boodschappen!  Ik kijk met hem mee. En inderdaad, het bordje hangt er.

‘Ik kom hier voor een pot appelmoes,  meneer.  Ik acht mijzelf in staat om die pot zelfstandig, zonder gebruik van een mandje, naar de kassa te dragen.’
Meneer permitteert zich een glimlach. Een tweede wenkbrauw volgt de eerste.  ‘Zonder twijfel kan meneer dat,  maar regels zijn nu eenmaal regels. En één pot appelmoes schaar ik toch onder de categorie kleine boodschappen.
‘Vindt u dat niet een beetje vies klinken?,’ vraag ik beleefd
‘Vies?’
‘Vies, ja.  Kleine boodschap.  Grote boodschap.  Ik voel aandrang opkomen. En niet alleen omdat wij praten over grote boodschappen.'
‘U gebruikt een mandje meneer!  Anders kunt u hier niet winkelen,'zegt hij nu ongeduldig.. Dan loopt hij weg.  En pak ik een mandje.


Op de  appelmoeslaan pak ik een pot appelmoes van de plank. Dat vindt de pot die ernaast staat niet geestig en besluit van de plank op de grond te vallen. Een prettig gerinkel gevolgd door een zalig vroeshhh van  het opspattende appelmoes klinkt door de winkel. Snel zet ik mijn mandje op de grond en overzie de schade.
De haas met de vierkante bril komt verschrikt aanhollen, glijdt uit over de appelmoes, neemt nog een stap en breekt bijna zijn nek over mijn mandje. ‘Wat doet dat klote mandje hier!!!!.’   brult hij gefrustreerd.
‘Ja,  daar zat ik ook net aan te denken,’  zeg ik.  “U moet toch eens met uw bazen gaan praten over een aangepast mandjesbeleid…iemand kan zomaar zijn nek breken.’
Ik loop met mijn pot appelmoes naar de kassa en  probeer mijn ene wenkbrauw op te trekken.
Het lukt niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten