Totaal aantal pageviews

dinsdag 31 mei 2016

Dokter Jan


Mijn tante, het enige familielid dat ik nog heb, verblijft in een verzorgingshuis. Via via hoorde ik dat het niet zo goed gaat. Dus neem ik poolshoogte.
Het verzorgingshuis heet Huize Weltevree en ligt tegen de rand van een bos aan.
Er naast staat een pand met aan de gevel een schreeuwerig bord: De Matrassenexpert.
Matrassenexpert!
Ik vraag me af wat je moet leren om dat te worden.

Boven de ingang van Huize Weltevree hangt een bordje met hun motto: “PLUK DE DAG”
Mooi motto.. Zelf zou ik kiezen voor; BETER DAN HET ALTERNATIEF, maar dat terzijde.
Binnen word ikj opgewacht door een vrouw in een soort mantelpakje wat je nonchalant maar toch zakelijk noemt.. Ze glimlacht minzaam. Ik vermoed dat ze pas een uur nadat ze het pand heeft verlaten , weer gewoon kan kijken.
‘Mijn naam is Debbie,’ zegt ze.  ‘Ik breng u even naar Klaziena in de recreatiezaal. Zij helpt u verder.'’
Debbie. Klaziena.  Iedereen hier wordt kennelijk bij de voornaam genoemd. Er hangt ook vast een dokter Jan rond.
Op weg naar de recreatiezaal komen we veel personeel tegen. Allemaal hebben ze dat gemaakte glimlachje. Hoort zeker bij hun opleiding.
Dan lopen wij de recreatiezaal in. Ongebruikte pinpongtafels. Ongebruikte biljart-tafels. Veelgebruikte tv’s.
‘Gaat u zitten,’ lacht Debbie. ‘Klaziena komt zo.’
In de zaal stinkt het naar urine. Ik zie geen personeel. Wel zes oude mensen, waarvan drie in een rolstoel. Vier van hen beven. Twee, mompelen voor zich uit.
Mijn voorland, als ik pech heb. Ik hoop dat iemand mij doodschiet als ik zover ben.’
Dan komt Klaziena binnen. Geel truitje, blauwe broek., naaldhakken.
‘Wat kan ik voor u doen! Wilt u koffie? Thee?  Iets anders, een frisje misschien?’
‘Ik heb , via via,  vernomen, dat mijn tante tot laat in de middag in haar luier ligt te wachten op verzorging,’ begin ik.
Klaziena trekt haar neus op. ’Wat een onzin!  Iedereen hier wordt goed verzorgd en..’
Ik onderbreek haar. ‘Het is nu elf uur. In de ochtend. Waar is mijn tante? Waar is de rest van de bewoners behalve die zes hier?’  Ik wijs op de zes bevende oudjes,  verderop.
‘Nou...eh...die zal op dit moment aangekleed worden, door het personeel.’
‘Laat zien,’  eis ik’
‘Ja, ho ho, zo gaat dat niet.!’
‘Hoe bedoelt u?’.’
‘Zo werkt dat niet,’  zegt Klaziena, nog steeds glimlachend. Daar zijn protocollen voor en..’
Ik houd het voor gezien:  Laat maar zitten, zeg ik. Ik weet genoeg. Ik haal mijn tante hier weg!’
Daarna loop ik zonder omwegen de zaal uit en ga richting uitgang. In de gang word ik ingehaald door een rennende man: ’Hee, wacht eens even , dan kan ik iets uitleggen. Mijn naam is dokter Jan en..’
Dokter Jan..Als ik het niet dacht.
Ik laat hem staan zonder te reageren en loop naar mijn auto. Mijn handen  beven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten