Totaal aantal pageviews

zondag 23 oktober 2016

Tja..eh..dus..


Even een nieuwe bril halen. Soms moet dat gewoon. De opticien begroet mij , ik zou bijna willen zeggen, onderdanig. Maar wellicht verbeeld ik mij dat.
Hij heeft een krans haar om zijn hoofd. Bovenop helemaal kaal. De meeste mannen besluiten in dat geval om rigoureus de schaar in de krans te zetten. De opticien echter niet. Die blijft kennelijk vasthouden aan het idee van enig herstel op de middellange termijn.
Verder draagt hij  een pak (C&A kroonkostuum, Stijlgroep Groningen) Stropdas (blauw met kuikentjes) en afgemaakt met schoenen maat 49.5.
Hij draagt een theedoek over zijn rechterschouder. Zo’n theedoek van Zeeman ,dertig stuks voor twee euro’s

‘Meneer wil zijn ogen laten meten?’, vraagt hij handenwrijvend ‘Ik schat , vérziend?, gelet op mijn inschatting van uw leeftijd?’
‘Eh….nee,’ antwoord ik. ‘Deze meneer is bijziend, helaas. Of niet helaas natuurlijk. Meneer ziet dichtbij alles maar op afstand, weinig.’
‘Ach, kijk aan,’ zegt opticien verbaasd dat hij het mis heeft.’Komt u maar mee, gaan wij opmeten.’

Na het meetritueel zijn wij eruit en gaan wij over tot het uitzoeken van een geschikt montuur.
‘Wat had meneer in gedachten?,’  en hij pakt zonder op mijn reactie te wachten een bril uit een rek. Verwoed begint hij met de theedoek,  de glazen, die er helder uitzien,op  te wrijven.
Dan pakt hij de bril voorzichtig bij de twee poten.De glazen , van vensterglas, wijzen in zijn richting. Daarna wil hij hem op mijn neus zetten.
Ik houd hem tegen en hij kijkt mij verschrikt aan. ’ Even een time out,’ leg ik uit. ‘Waarom denkt meneer dat ik deze bril niet zelf op mijn neus kan zetten? Denkt meneer wellicht dat ik  meervoudig gehandicapt aan mijn handen ben?’’

Opticien wordt enigszins rood maar laat mij zelf de bril opzetten. Ik kijk in de spiegel en vraag om een ander montuur. Hij pakt een andere bril en begint zich weer suf te wrijven over de glazen. Daarna maakt hij, gewoontegetrouw, met de bril ,de beweging naar mijn neus.
‘Cut!, roep ik redelijk hard. ‘Wat is de volgende stap van meneer? Laat mij meneer even iets uitleggen: wanneer ik bij , ik noem maar een of ander pandjeshuis, laten wij zeggen de C&A een pak  ga passen, denkt meneer dan dat de verkoper daar, mij uitgebreid zal helpen mijn broek aan te trekken? En in sommige gevallen, bij sommige mannen van een zekere leeftijd, de luier verwisselen? Denk meneer de opticien dat echt?’

‘Sorry, meneer,’ zegt hij. Het is gewoon omdat ik dan beter het gehele plaatje van uw gezicht kan overzien. Tja.eh..dus..’
Hij pakt een andere bril uit het rek en maakt weer automatisch de beweging naar mijn neus. Net op tijd realiseert hij zich dat en overhandigt mij snel de bril. Ik pak hem aan en de bril glijdt prompt uit mijn te gladde handen. De opticiens vloer is van marmer en daar kunnen weinig brillen, tenminste de brillenglazen,  tegen. Deze ook niet. Het glas spat alle kanten op.
De opticien kijkt mij aan wrijft , bij gebrek aan een bril in zijn handen, verwoed met zijn theedoek over het gladde kale hoofd.

‘Dan zegt hij: ‘Ik wil maar zeggen; bij een pandjeshuis als C&A maakt het dus niet uit dat meneer zijn broek zelf aantrekt en dat dan de broek uit meneer’s vingers glipt. Tja eh...dus…’.

woensdag 19 oktober 2016

Nieuwsfeitjes door de ogen van onze parlementair medewerker: T.U.I.G van der Riggel

l
In Artis werd deze week een olifantje geboren. Jazeker, en omdat ik het maar zes keer voorbij zag komen op tv, noem ik even voor de securiteit, waar:
-het journaal
-editie nl.
-rtl late night
-Pauw
-Achter het nieuws
-RTL life
Dat andere , mindere nieuwsfeitjes zoals oorlogen rampen en andere vaak voorkomende calamiteitjes, door deze glorieuze gebeurtenis iets minder aandacht krijgen, valt goed te verdedigen.
Verklaard tegenstander van Olifanten in het algemeen en dierentuinen in het bijzonder ,Conny Plassen, voorzitter van de Stichting “ sta op tegen dieren”, ,bracht in haar weekblad “ Dieren wat moet je ermee!”, de volgende verklaring over de geboorte: ‘Jong Mediamomentje geboren in Artis. Moeder en gratis publiciteit maken het goed.’
In Termuntenzijl werd onlangs een man opgepakt die een hond prees omdat de hond gehoorzaam gedrag vertoonde. De man werd onmiddellijk in de boeien geslagen en kreeg ter plaatse ook een boete van negentig euro. Daarnaast zal hij worden berecht wegens het in bezit hebben van bij de wet streng verboden Hondensnoepjes. De ons omringende landen hebben hun ambassadeurs teruggeroepen voor overleg. Die landen zijn bang dat het prijzen van honden zal overwaaien naar hun landen. In die landen is het usance dat tamme honden die ook nog gehoorzaam zijn, niet mogen worden gefokt. Na overtreding van die wet kun je zelfs tegen een doodstrafje op lopen in die landen.
Een recent onderzoek bewijst dat “Ontevredenheid” in de wereld steeds eerlijker is verdeeld. Een steeds groter deel van de wereldbevolking deelt nu in ontevredenheid.
Hoewel de resultaten hoopvol zijn, waarschuwt onderzoeker Will Niks voor te vroeg optimisme. “In sommige delen van de wereld, zoals West-Europa en Canada, is de situatie nog altijd schrijnend. In Nederland is alle ontevredenheid in handen van 11% van de bevolking. 89% van de bevolking heeft geen toegang tot daken om af te springen en treinen om voor te springen”, aldus Will Niks.
De grootste bedreiging voor de wereldontevredenheid lijkt een stijgende economie te zijn.. Niks: “Als je meisjes en jongens jarenlang ongestoord alles kan geven wat hun hartjes begeert, moet je niet raar opkijken als dat ten koste gaat van je ontevredenheidspreiding.”
Hier mag de mattenklopper overheen

zondag 2 oktober 2016

Uit de dossiers van Accountantskantoor van Gellekom & Fröhlich (de Postbode)

Terwijl ik mij achter mijn bureau zit te scheren komt mijn collega Fröhlich binnen.’Ik voorzie weer grote problemen op de weg vandaag. Met die regen en zo,’ moppert hij.

‘Ach, als wij daar onze kantoor-Nostradamus niet hebben, begroet ik hem.’Elke dag verwonder ik mij weer over jouw grote voorspellende gaven.’
Voor hij kan reageren, gaat de deur weer open en komt de postbesteller , Arie Postma,  binnen met een groot pakket.
Postma is een man van een jaar of vijftig en loopt er meer dood dan levend bij.
‘Je ziet er op z’n zachts gezegd, florissant klote uit, Postma. Wat is er aan de hand?’, vraag ik.

Postma gaat zitten en krabt op zijn hoofd , waarna een berg sneeuw naar beneden dwarrelt.
‘Tja, zegt hij. ‘Ik kwam gisteravond een wijf tegen in de kroeg. Lekker ding.  Jaar of dertig.  Ze is stewardess.’
‘Nou,  als dat toch niet stimulerend is voor je zwellichaam?’
‘Op zich wel ja. Maar toen ik met haar mee naar huis ging, kreeg ik hem niet omhoog.’
‘Jezus, dat is balen, Postma. Ook niet na een standje?’
‘Een standje? Niks standje!’
‘Met standje bedoel ik een berisping, Postma. Of een terechtwijzing zo je wilt.’
‘O, nou, wat denk je dat dat wijf zei toen ik eenmaal mijn broek uit getrokken had?’
‘Laat me raden; O jee, kan het een onsje minder?’
‘Eh..nee…ze vroeg of er een pompje bij hoorde. En ik zei nog nee ook met mijn stomme kop.’
‘En toen?’
‘Toen zuchtte ze en zei dat we het maar gewoon bij knuffelen moesten houden’

‘Al eens viagra geprobeerd,’ vraag ik.
‘Haha, viagra,’ lacht Fröhlich. ‘Weet je wat er gebeurt als je viagra aan een slang geeft”
Postma kan er niet om lachen:’Wil jij je lullige opmerkingen voor je houden, ja?’
‘Wat nou lullige  opmerkingen!,’zegt Fröhlich. ‘En dat zeg jij. Weet jij nog wat je vorige week zei? Ik wel! Je zei toen dat je wel eens een nieuwe baan wilde hebben. En ik leefde helemaal met je mee. Ik adviseerde je nog een postzegelwinkel te beginnen vanwege je grote ervaringen en affiniteit met postzegels.
Jij zei toen, nee dank je, ik rijd liever met een vrachtwagen vol brood naar Somalië om daar de eendjes te voeren.
Vond ik zo misselijk!’
‘Nou ja zeg, dat was gewoon een geintje.’
‘O ja? Was het ook een geintje toen je zei dat je je ex graag in een ravijn zou willen zien rijden?
Maar dat je daar gemengde gevoelens over zou hebben als dat in jouw BMW zou gebeuren?
Getver!’

Voor de twee echt ruzie krijgen grijp ik in.’Ach Postma, zie het positief. Als jij haar niet kan helpen, heeft die stewardess vast wel een automatische piloot op haar nachtkastje liggen.’
Postma rent woest mijn kantoor uit waarbij er bijna een raam sneuvelt. Ik ben bang dat ik een nieuwe vijand voor het leven  gemaakt heb.

Dat zeg ik ook tegen mevrouw van Gellekom  als zij mij belt.
‘Ach, van Gellekom. Je moet maar zo denken, als je lang genoeg aan de kant van de rivier blijft zitten, zie je ooit vanzelf je vijanden voorbij drijven…’