Totaal aantal pageviews

woensdag 28 juni 2017

Gearresteerd (Uit de dossiers van accountantskantoor van Gellekom en Fröhlich)



Samen met collega Fröhlich sta ik bij de bushalte. Geen files, geen parkeer gedoe in de stad..
Fröhlich is de dag goed begonnen. Op weg naar de bushalte werd hij getackeld door een teckel.
De teckel wordt uitgelaten door mijn overbuurman. Een , laat ik het vriendelijk zeggen, hardwerkende man met behoud van uitkering.

‘Om elf uur je hond uitlaten,’zeg ik tegen Fröhlich. ‘Dat je daar überhaupt tijd voor hebt!’


‘Ach, er zijn ergere dingen dan over zo’n klote hond te struikelen, ‘ zegt hij moeizaam lopend.. Fröhlich heeft vandaag een positieve dag. Dat wil zeggen. Op oneven dagen, heeft hij zich ten doel gesteld om alles positief uit te leggen. En vandaag is het een oneven dag. …Deze dag begon dus al goed..


Na vijf minuten wachten bij de bushalte stopt er een politieauto bij de halte. De agenten blijven in de auto zitten maar kijken zeer geconcentreerd naar Fröhlich.
Dan draait een agent zijn raampje open. ‘Wat is het probleem, heren,’ begroet Fröhlich hen vriendelijk.
‘Nou,’zegt de agent. ‘Wij zijn op zoek naar een onfris en nogal onguur uitziend type. En omdat u daar redelijk aan voldoet, dachten wij dat u de man was die wij zochten.
Een ader in Fröhlichs nek begint te kloppen. Maar op tijd herinnert hij zich dat het vandaag een oneven dag is. Dus antwoord hij vriendelijk als altijd op een oneven dag; ‘begrijpelijke vergissing agent. Heb ik zelf ook vaak. Gister nog. Ik zag een politiepaard lopen. En even wist ik gewoon niet meer of de lul van een politiepaard onder zijn buik hangt of op zijn rug zit.


Nu stapt de agent uit en loopt langzaam op ons af. ‘O? is dat zo?,’ vraagt hij temend. Dan wenkt hij de andere agent uit de auto: ‘Kom eens Sjaak, volgens mij is dit de vent die we zoeken.’
De andere agent loopt op ons toe en bestudeert Fröhlich uitgebreid.’Tja, nou je het zegt Roderick’.  Dan kijkt hij naar mij: ‘wij zoeken namelijk een vent die een terrasje pikte. Midden in de nacht. En dat schijnt hij verkocht te hebben aan iemand uit het zuiden van Polen. Een Zuidpool om kort te gaan. Bent u soms die Pool?’
‘Eh..nee agent. Maar ik heb wel een poolhond. Maar dat is een Noordpool. Sorry’.


‘Vannacht zegt u agent?,’dramt Frohlich door. ‘ Nou dan kan ik het niet geweest zijn want ik had vannacht een deegrol. Als figurant in een kookprogramma. En daarna was ik op een literair feestje. Ik heb namelijk een boek geschreven van drie bladzijden. “handleiding voor het opknopen van geestige politieagentjes. Ik won overigens met gemak de literaire prijs: de gouden strop.’

En nu zitten wij op het bureau. Naar ik hoop voordat de oneven dag om is en Fröhlich helemaal uit zijn dak gaat. Want ik weet dat dat gaat gebeuren. Je kan de klok erop gelijk zetten

donderdag 22 juni 2017

Al die willen te kaap’ren varen moeten mannen met baarden zijn…


Bij de bakker is het druk. Maar ook stil. Zoals in de wachtkamer van een tandarts om zes uur ‘s ochtends. Naast mij staat een man van een jaar of zeventig. Hij wipt van de ene voet op de andere.
Dat vind ik geestig. Nog geestiger vind ik het dat ik de neiging krijg om mee te wippen.

De andere klanten kijken afkeurend naar de wippende man. Ik begrijp dat niet. Niets leuker toch, dan een man die van zijn ene op de andere voet wipt?
Ik vermoed dat veel mensen bang worden als ze zoiets zien. Een man in een bakkerswinkel die van ene voet op de andere wipt. Ik zie het ze denken; het hoort niet. Het doorbreekt de gewone, bekende en veilige gang van zaken. Helemaal, als de man dan ook nog, zijn tong uit de linkerhoek van zijn mond laat hangen en daar redelijk bij kwijlt.
Mensen schuifelen dan de winkel uit. Sommige fluisterend van: ‘mij te druk hier, ik kom straks wel terug. .

Er komt nu een nieuwe klant de winkel binnen. Een man.Jaar of tweeëntwintig. Met een volle baard en een kale kop. Zo’n baard die nu “in”  is. Verder redelijk door getatoeëerd op nek en beide armen, waardoor hij op een te lang in de zon gelegen geschubd reptiel is gaan lijken.

De man naast mij, de wipper, kijkt mij aan en fluistert. ‘Kijk, zie je die baard?’
Ik knik.
“Mooi,’ gaat hij verder. ‘Waarom denk je dat die vent wèl een kale kop heeft maar toch een volle baard. Vreemd toch?’
‘Tja,’ zeg ik, ‘geen idee eigenlijk. Misschien heeft hij last van een bevroren kin.’
‘Bijna!, het komt omdat hij waarschijnlijk iets te verbergen heeft,’ legt hij uit. ‘Geen bevroren kin maar bijna zeker een weke kin.
Mannen met grote ego’s en weke kinnen, laten negen van de tien keer een baard staan. Dat wist je niet he?’
‘Nee,’ zeg ik. ‘Dat wist ik niet. ‘

De man met de baard draait zich ineens om en pakt de wippende man bij zijn kraag.’Weet jij waarom ouwe vieze zeikerdjes van rond de zeventig in winkels van de ene op de andere voet wippen??,’  roept hij voor iedereen duidelijk hoorbaar.
De oude man is van schrik gestopt met wippen en oogt tamelijk bleek nu. Grauw bijna.
‘Nee??,  weet je het niet,? ‘ roept baardmans hard.’ Dan zal ik het je vertellen: dat komt omdat ouwe zeikerds van rond de zeventig geen stijve meer kunnen krijgen. Daarom wippen ze van de ene voet op de anderen. Hebben ze toch nog een beetje het gevoel dat ze kunnen wippen.’
Dan kijkt hij mij aan.’Had jij ook nog wat, Lullekop. Ook al seksuele problemen?’
Na die woorden loopt hij de winkel uit.

Ik ook. Zonder brood. Wat moet je anders als iedereen het uitschatert in de winkel ’

dinsdag 20 juni 2017

De sneue Einstein generatie


Voor mij is dit een dagelijks terugkerende irritatie. Die rond de dertigers. Voorzien van pruillipje en teksten als " zeg maar," "een soort van," en "even checken" Mijn buurman Wiebe heeft het dan over de Niks generatie, maar dat terzijde.

De geschoren bovenlip wordt bij voorkeur door deze generatie gedragen. De generatie die een kreet als "OEPS" slaakt als er iemand van zijn barkruk valt met een beroerte of zo iets frivools. De geschoren bovenlip en partners, doorgaans academici, zijn ook diegene die vrijwillig in een volkswijk gaan wonen, want 'be the change you want to see'.
Verder natuurlijk ook de jonge, talentvolle en met geschoren bovenlip (en onuitstaanbare) grafisch ontwerpers, die hun inspiratie halen uit... één keer raden, ja hoor, inderdaad: Scandinavië.

Je gelooft het niet , maar laatst hoorde ik een geschoren bovenlip van rond de dertig uitweiden over zijn huis in een volkse buurt. Hij zei: 'Natuurlijk was het spannend om naar een wat Volkse wijk te verhuizen, amice (???) Ik vroeg mij af; ga ik hier wel aansluiting vinden met de buurt.. Om wat sneller aansluiting te vinden zette ik een Scandinavisch bankje voor mijn deur. Als conversation starter, dacht ik: dit is een signaal aan de beurt. Een soort van, zeg maar, ook met geschoren bovenlip academici kun je best een praatje maken. Ik denk dat ik daarmee de totale social dynamic op zijn kop heb gezet.
Zo heb ik bijvoorbeeld met een overbuurman , zeg maar, een soort van volkse man, die voor zijn deur een sigaretje stond te roken,fascinerende conversaties gevoerd over de tabaksindustrie. En nu is hij gestopt...denk ik. Ik heb hem al en soort van tijdje niet meer gezien, zeg maar..'

Beneden mij woont ook een dergelijk stuk afval. Een General manager bij een gigantische multinational die voorziet in Macro biotische goederen, maar er zelf niet voor terugdeinst om tijdens barbecues, met zijn bloten handen, met zijn tanden, stukken vlees van het bot van een halve koe af te rukken. Ik bedoel maar.
Maar je moet er mee leven. Wat moet je anders...


donderdag 8 juni 2017

Griezel (v)

Om een pakje te versturen moet je tegenwoordig bij een drogist zijn. Daar zit een postagentschap. Welke filosofie daar achter zit is mij onbekend.
Dus sta ik met mijn pakje onder mijn arm voor het loket. Achter het loket een griezel(v) die doende is een banaan naar binnen te werken.
Ik kijk haar indringend aan. Niet indringend genoeg want ze smakt gewoon door.
’Als u zich mogelijkerwijs even van uw banaan zou willen losrukken om mijn pakje te verzenden zou ik zeer dankbaar zijn,’ zeg ik vriendelijk. ‘Na, ogenblikkie hoor, effe mij benaan opete.’ (Zo zegt ze het, niet dat u denkt aan spelfouten mijnerzijds).
Dan schuift ze het loket open, pakt het pakje aan terwijl ze rustig door smakt.
‘Je naam?’
‘Mijn naam is Jager en ik ben koning, antwoord ik relaxed. En als zodanig wens ik ook behandeld te worden. Denkt u dat te kunnen opbrengen?’
Haar mond blijft open staan. De halfgekauwde bananensmurrie duidelijk zichtbaar.
‘Nou seg. Doe effe normaal!’
‘Als ik dat zou doen, zou u nu tegen het plafond geplakt zitten, samen met de banaan.’
Nu begint er een proces op gang te komen vergelijkbaar met denken bij een gemiddeld intelligent mens. Op haar voorhoofd verschijnt iets van een rimpel. Een kleintje maar en nauwelijks zichtbaar voor het blote oog maar toch..
Op haar gemak neemt ze de tijd om het pakje verzendklaar te maken ondanks de groeiende rij achter mij. Sterker nog, ze begint aan een tweede banaan terwijl ze de schil van de eerste richting een prullenbak gooit. De schil mist en stuitert op de vloer achter haar.
Na een kwartier heb ik eindelijk betaald terwijl zij mij het reçu overhandigd. Er zit een vlek op. Bananensmurrie!
‘Dat heb je goed gedaan, Bananenkop,’ zeg ik zo vriendelijk mogelijk.
Voor ze, bijna paars, kan reageren, begint de telefoon, die achter haar op een bureau staat, te rinkelen.
Ze draait zich om,loopt erheen en vergeet de bananenschil. Haar linkervoet glijdt over de schil en met een dreun gaat ze onderuit.
‘Hebt u zich erg bezeerd?,’ vraag ik meelevend.
‘Waarom vraag je dat eikel? Ben jij blind of so?’
‘Helemaal niet. Ik wil mij er alleen van overtuigen dat het flink pijn doet. Mag ik hopen op iets met een breuk? Met meerdere complicaties wellicht?’
Daarna draai ik mij met een immens gevoel van tevredenheid om en loop weg. De wereld ziet er een stuk zonniger uit als de zaken lopen zoals het moet…