Totaal aantal pageviews

dinsdag 6 september 2016

Uit de dossiers van Accountantskantoor van Gellekom & Fröhlich (Kasten)


Mijn boekenkasten moeten de deur uit. Ze nemen teveel plaats in beslag dus wil ik ze vervangen door iets anders. Wat er nu staat zijn twee waanzinnig grote grenen boekenkasten. Die nemen vrijwel alle ruimte in beslag. Ga ik dus iets aan doen. Bijvoorbeeld, afscheid nemen van de kasten, zij het met bloedend hart.

Het plan is één kast weg te geven en een kast naar boven te transporteren en daarvoor in de plaats langs de wand lange planken aan te brengen. Daarop kan ik mijn gigantische hoeveelheid boeken dan kwijt. De enorme ruimte die ik zo bespaar zal een cultuurschok bij mij teweegbrengen. Collega Fröhlich komt mij helpen. Kast één rijden wij op een aanhangertje naar een vriend die hem graag wil hebben. Op de snelweg word ik voor het eerst van mijn leven geconfronteerd met een, ik citeer Fröhlich: “Jeetjemina, we zitten in een schaarsituatie” Kast lag niet in balans en de aanhanger is gaan scharen. Fröhlich rukt als en bezetene aan het stuur en de aanhanger schommelt van de ene naar de ander kant. Hij  krijgt de auto gelukkig in bedwang en vervolgens rijden wij met 30 km per uur verder. Achter ons een file en getoeter. Frohlich toetert terug. Voor de rest geen nieuws, behalve dat wij onderweg een bon kregen van neef agent vanwege onverantwoordelijk rij en laadgedrag.

Teruggekomen, moet kast twee naar boven. Via de trap. Lukt niet. Het trapgat is te nauw. Of de kast te groot, net wat je wilt. Na een half uur draaien en trekken geven we het op. De kast zal naar buiten moeten en via mijn slaapkamerraam naar boven worden gehesen. We slepen de kast naar buiten en tillen hem samen omhoog. En zo staan wij daar. Armen omhoog. Kast ook. Frohlich kijkt mij aan.
“Zie jij iemand boven staan?”, vraagt hij met een vriendelijke bijna kinderlijke blik in zijn ogen.
Ik kijk moeizaam onder mijn armen door omhoog.”Eh, nee, zeg ik, moet dat dan?”.
Hij zucht. “Luister,van Gellekom. Ik weet dat je geen hoogvlieger bent, maar zou je niet als de sodemieter naar boven rennen en dan de kast naar binnen trekken. Zou je dat kunnen onthouden? Of denkt je dat de kast uit zichzelf als een gebraden duif je raam binnenvliegt”.
”En jij dan?”, vraag ik.
“Ik houd hem hier wel in mijn eentje.”
Dus laat ik de kast los en spurt naar boven. Ik buig uit het raam en kan net de bovenste rand van de kast vastpakken.
“Oké, ”, zegt Fröhlich.
“ Houden zo. Ik kom eraan, dan trekken we hem naar binnen”.

Hij laat de kast los en verdwijnt naar binnen. Mijn armen beginnen te trillen. Mijn vingers gaan voor zichzelf beginnen. Dan komt hij binnen en begint ook aan de kast te trekken. Millimeter voor millimeter schuift hij omhoog. Hij past precies door het raam. Dat wil zeggen, het eerste stuk. Halverwege zit er echter een verdikking aan de kast. Het scheelt maar een centimeter, maar het is net genoeg. Hij gaat niet verder, hoe wij ook trekken, draaien en keren. Hij is te groot voor het raam. Mijn armen trillen als een gek. Die van Fröhlich ook. Zwetend kijken we elkaar aan.

“Ben je erg gehecht aan deze kast?”, vraagt hij piepend ademhalend.
“ Ja, heel erg,” antwoord ik.
“Nou, ik niet “, zegt hij. “Zeg je kast maar vaarwel,  anders staan we hier morgenochtend nog…”
”Oké, gelijk loslaten”.
We laten los en Fröhlich roept “onderuit”!! Klinkt behoorlijk professioneel. Met een gigantische knal lazert de kast tegen de tegels beneden. Klinkt ook professioneel. Is niet veel meer van over. Buurvrouw Gré Witje komt kijken waar al dat lawaai voor nodig is en ziet de chaos.

“Hebben jullie die kast laten vallen? “, vraagt zij.
“Nee, hoor”, antwoordt Fröhlich.
“Mijnheer van Gellekom hier. wilde wel eens weten hoe sterk die kasten zijn. We sloten een weddenschap. Ik zei dat de kast het niet zou overleven. van Gellekom dacht van wel. Geestig toch? Je kan wel zien wie de weddenschap heeft gewonnen hè?”.
Ik leg Gré uit dat wij de kast naar boven wilden tillen.Zij krabt over haar hoofd, waardoor er een sneeuwstorm loskomt en kijkt ons dan aan. Maakt kringetjes met haar sigarenrook.
”Waarom hebben jullie die kast dan niet via je andere slaapkamer, aan de voorkant omhoog gehesen?. Dat raam daar is twee keer zo breed, schat ik.”
Fröhlich gaat op zijn hurken zitten en begint mantra’s als shit, tering, gloeiende en fuck you, te reciteren. Buurvrouw Gré maakt, genietend van her finest hour, triomfantelijk nog wat kringetjes met haar sigaar.

“Minder drinken jongens, zegt zij. Scheelt hersencellen en kasten”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten