Totaal aantal pageviews

vrijdag 4 augustus 2017

Mopperen en klagen


Met mijn collega Fröhlich, ben ik onderweg naar Duitsland. Daar schijnt een nieuwe alternatieve behandeltechniek te zijn voor het syndroom van schriftelijke gilles de la tourette en autisme. Mijn buurman Wiebe lijdt daar aan. Hij zit achterin bij ons en moppert zich suf.
“Welke ongekend domme kluns heeft deze snelweg aangelegd? Alles wat in mij vloeibaar is klotst., ” moppert hij kregelig.

Wat zeik je nou toch weer, Wiebe, merkt Fröhlich op. ‘Ik bedoel, je wordt op je gemak naar je bestemming gereden. Wat wil je nog meer..”
“Wat ik nog meer zou willen?? Er zouden Goddomme  minder kleine wantoestanden zijn als meer mensen zouden klagen, zeuren en mopperen. Mensen, zoals jij, die dat niet doen zijn eigenlijk tamelijk asociaal.”
Fröhlich kijkt mij vragend aan. Zo van; zeg jij nou ook eens wat.

‘Luister Wiebe,’ zeg ik daarom op een voor mijn doen gemoedelijke toon. ‘Wij weten dat jij een ongekende zeikerd bent. Oké, je kunt er niets aan doen, maar je bent zo langzamerhand de vleesgeworden klaagmuur geworden, man! Kortom, kan het effe wat minder?’
“Ik mopper en klaag graag, die vrijheid gun ik iedereen.  Ik ontplof als me die ruimte ontzegd wordt Dus wat bedoel je met, kan het wat minder!’
Wat ik bedoel is; ga slapen man!’
‘Alleen als ik niet zeik dan slaap ik – ik slaap alleen als ik niet zeik. En dan nog wat, ik bevind me op de gelukkige leeftijd dat ik nooit meer een zwembroek of korte broek aan hoef. Jammer dat andere mannen van mijn leeftijd dit gelukkige inzicht zichtbaar niet delen.,’ en hij kijkt strak richting korte broek die ik draag.

‘Het is dertig graden, Wiebe.’ Zucht. ‘Wat ben jij een ongelofelijke pessimist.’
‘Ook daar heb ik een theorie over,  ik ben namelijk een heel optimistisch mens ondanks alle prutsers om me heen.’

Fröhlich geeft het op en geeft gas. We zetten allebei ons raampje open. Wiebe zegt iets. De beukende wind overstemd alles. Wiebe leunt naar voren en schreeuwt in mijn oor: “Ik zou nooit overwegen naar een korte broekenwinkel gaan. De laatste keer dat ik naar een zwembroek keek was de zomer van 1963.”

Je accepteert het. Wat moet je anders...